`Abasa (عَبَسَ)

Salomo Keyzer - Salomo Keyzer

Chapter 80 • 42 verses • Meccan

← Previous Chapter Next Chapter →
80:1 De profeet fronst zijn voorhoofd en wendt zich af.
80:2 Omdat de blinde man tot hem kwam.
80:3 En hoe kunt gij weten of hij niet misschien van zijne zonden gezuiverd zal worden;
80:4 Of dat hij vermaand zal worden, en dat de vermaning van eenig voordeel zal wezen.
80:5 Den mensch die rijk is.
80:6 Ontvangt gij gij met eerbied;
80:7 Terwijl gij er niet van beschuldigd wordt, dat hij niet gezuiverd is.
80:8 Maar hij die tot u komt, om zijn heil ernstig te zoeken.
80:9 En die God vreest.
80:10 Verwaarloost gij.
80:11 Gij moest volstrekt niet zoo handelen. Waarlijk, de Koran is eene vermaning.
80:12 (En hij die daartoe gezind is, onthoudt deze).
80:13 En hij is op geachte bladen geschreven.
80:14 Verheven en zuiver.
80:15 Met de handen van
80:17 Gevloekt zij de mensch! Wat heeft hem tot ontrouw verleid?
80:18 Van wat schiep God hem?
80:19 Van een droppel zaad schiep hij hem; En hij vormde hem met evenredigheid.
80:20 Daarna vergemakkelijkte hij zijn uitgang uit den schoot der moeder.
80:21 Daarna deed hij hem sterven, en legde hem in het graf.
80:22 Hierna, als het hem zal behagen, zal hij hem tot het leven opwekken.
80:23 Waarlijk, hij heeft tot hiertoe niet volkomen vervuld wat God hem heeft bevolen.
80:24 Laat den mensch zijn voedsel beschouwen (en op welke wijze het wordt voortgebracht).
80:25 Wij doen het water door regenbuien nederstorten;
80:26 Daarna splijten wij de aarde met spleten.
80:27 En wij doen het koren daaruit voortspruiten.
80:28 Den wijngaard en het klaverblad;
80:29 Den olijfboom en den palmboom.
80:30 En tuinen dicht met boomen beplant.
80:31 En vruchten en gras.
80:32 Voor het gebruik van u zelven en van uw vee.
80:33 Als de verdoovende klank van de trompet zal gehoord worden.
80:34 Op dien dag zal de mensch van zijn broeder vluchten.
80:35 Van zijne moeder en zijn vader.
80:36 Van zijn vrouw en zijne kinderen.
80:37 Ieder mensch zal op dien dag genoeg stof voor zich zelven hebben, om zijne gedachten bezig te houden.
80:38 Op dien dag zullen de aangezichten van sommigen schitteren.
80:39 Lachend en vroolijk zijn.
80:40 En op de aangezichten van anderen zal, op dien dag, stof liggen;
80:41 Duisternis zal hen bedekken;
80:42 Dit zijn de ongeloovigen, de zondaars.